
In het Interreg-project ADMIRE werken 10 partners in Vlaanderen en Nederland grensoverschrijdend samen aan veengebieden. Daarbij staan het behoud, herstel en beheer van natuurwaarden in een breed samenwerkingsverband voorop, maar zal ook de klimaatimpact van deze belangrijke natuurgebieden bekeken worden via uitgebreid onderzoek. Het partnerschap bestaat uit 4 natuurorganisaties, 4 kennisinstellingen en 2 overheidspartners.

Veengebieden zijn het leefgebied voor veel planten- en diersoorten, waaronder heel wat Europees beschermde soorten, die specifiek zijn voor de bijzondere omstandigheden in deze ecosystemen. Venen spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van overstromingen en droogte. Niet-ontwaterde veengebieden vertonen een sterke sponswerking waardoor piekafvoeren bij extreme regenval worden vertraagd en de kans op overstromingen afneemt. Bovendien beschikken veengebieden over de bijzondere capaciteit om grote hoeveelheden CO2 op te slaan in de veenbodem.
Veengebieden onder druk
Veengebieden staan echter wereldwijd onder druk en dreigen zelfs te verdwijnen door verschillende factoren zoals drainage in functie van landbouw, veenontginning of waterverontreiniging. Bij verlaging van de grondwaterstand, bij afgraven van het veen en/of een verhoogde aanvoer van voedingsstoffen, kan het verlies van veen versnellen en daarbij een grote bron voor uitstoot van CO2 vormen.
ADMIRE (‘adding mire’ of dus: ‘méér veen maken!’) bouwt voort op ervaringen en kennis opgebouwd in eerdere Europese projecten zoals Care-Peat en Carbon Connects (beide Interreg Noord-West Europa) en PROWATER (Interreg 2 zeeën) en wil veenherstel realiseren in de grensregio, wat de biodiversiteit en het klimaat ten goede komt.
ADMIRE gaat voor duurzame oplossingen
Het project wil zes projectgebieden aanpakken – zo’n 251 hectare in totaal – zoals de Kleine Netevallei (B) en het Dal van de Dommel en Kleine Dommel (NL). Naast herstel en beheer, wil ADMIRE een duurzame samenwerking opzetten met stakeholders (zoals landbouwers) in de verschillende overgangsgebieden om de mogelijkheden van aangepast landbeheer met de nodige financieringsmechanismen te onderzoeken. Daarvoor zal studiewerk uitgevoerd worden naar vernatting van de projectgebieden en het effect hiervan op de biodiversiteit, alsook op andere ecosysteemdiensten en eventuele ontwikkelingsmogelijkheden.
Verder zal het project het bewustzijn over het maatschappelijk belang van veenbescherming in de grensregio versterken en een Veenplatform voor kennisdeling en -uitwisseling rond veenbescherming en veenvorming realiseren. Het doel is dat het veenplatform projectoverstijgend werkt en na het project ADMIRE verderwerkt. Naast kennisdeling zullen in dit veenplatform ook door de interactie tussen de verschillende deelnemers nieuwe kennisnoden of behoeftes naar kennisvertaling opgespoord kunnen worden. Veengerelateerde projecten zullen onder deze koepel een forum krijgen.
Overzichtskaart projectgebieden in Vlaanderen en Nederland
Partners
Natuurpunt Beheer is de hoofdpartner in ADMIRE en neemt de coördinatie op zich. Ze is ook verantwoordelijk voor een deel van het terreinonderzoek en het veenherstel. De natuurorganisaties binnen ADMIRE zijn Natuurpunt Beheer (B), Natuurmonumenten (NL), De Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) (B) en de Bosgroep Zuid-Nederland (NL). Universiteit Antwerpen (B), Radboud Universiteit (NL), Stichting Bargerveen (NL) en Natuurpunt Studie (B) zijn de kennisinstellingen in het project. Daarnaast zijn het integraal Waterbedrijf PIDPA, als Vlaamse opdrachthoudende vereniging, en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), als agentschap van de Vlaamse overheid, deel van het partnerschap.

Rol van Stichting Bargerveen in ADMIRE
In het project werkt Stichting Bargerveen vooral aan landschapsecologische systeemanalyses van de projectgebieden, vooral die in Nederland liggen. Informatie over geologie, hydrologie, bodemopbouw en biodiversiteit worden in samenhang geanalyseerd. In nauwe samenwerking met vooral Bosgroep Zuid-Nederland stellen we op basis hiervan vast hoe en waar zo succesvol mogelijk veenherstel en -beheer kan worden gerealiseerd. Ook onderzoeken we, samen met collega’s van de Radboud Universiteit, Universiteit Antwerpen en de terreinbeheerders, de nutriëntendynamiek en broeikasgasemissies, omdat deze sturende zijn voor de biodiversiteit en andere ecosysteemdiensten zoals klimaatmitigatie.
Daarnaast onderzoeken we samen met de diverse projectpartners en andere betrokkenen bij de projectgebieden hoe het landgebruik in de overgangsgebieden (of bufferzones) grenzend aan veengebieden kan worden geoptimaliseerd ten behoeve van het veenherstel. Daarbij worden de mogelijkheden verkend om in en rondom de projectgebieden een minder snelle afwatering en meer infiltratie te realiseren, waardoor de grondwatervoorraden worden aangevuld, en verder hoe met aanpassingen van het landgebruik een betere waterkwaliteit kan worden bereikt, zodat minder nutriënten in de veengebieden terechtkomen. Een mogelijke alternatieve vorm van landgebruik is paludicultuur of natte teelt; het telen en oogsten van gewassen bij een hoge grondwaterstand. Doelstelling is om zodoende de veengebieden, hun omgeving, het landgebruik en de biodiversiteit beter bestand te maken tegen het veranderende klimaat.
Project met Europese steun
EU steun: € 2,90 mln. (50%)
Totale budget: € 5,80 mln.
Looptijd: 01.04.2023 – 31.03.2026
Interreg VI Thema: Een groener Europa